Geen sant in eigen land: voor Belgische creatievelingen geldt het maar al te vaak. Zo ook voor de jonge architect Vincent Callebaut, die nauwelijks bekend is bij ons maar wél de eerste ecotoren in Taiwan mocht bouwen. Vanuit zijn Parijse stek rijft hij nu het ene na het andere prestigeproject binnen. Zijn stelling? Eco-architectuur verovert binnen enkele decennia de stad. Hoe? Door van de stad een jungle te maken – letterlijk.
Ecologisch bouwen volgens Callebaut.
Ecologisch bouwen is de toekomst
De vijf groene torens die hij ontwierp voor het Parijs van 2050, zien er op zijn zachtst gezegd futuristisch uit. Toch staat
eco-architectuur dichter bij een doorbraak dan we denken. Een noodzakelijke denkpiste, volgens Vincent Callebaut (37). “Er moest dringend iets gebeuren, Parijs werd een openluchtmuseum”, vertelt hij aan de krant De Tijd. Daarom gaf de stad hem de opdracht om een
ecologisch alternatief uit te tekenen. “Het stadsbestuur heeft berekend dat de temperatuur in Parijs tegen 2050 met 2 graden stijgt. Daarom wil het over 35 jaar de uitstoot van broeikasgassen met 75 procent terugdringen.”
Groene wolkenkrabber op de Champs Elysées
De oplossing volgens Callebaut:
groene wolkenkrabbers, zoals zijn Taiwanese toren – een ontwerp dat het overigens haalde op voorstellen van kleppers als Norman Foster en Zaha Hadid. “De vegetatie op onze torens regelt het klimaat op een natuurlijke manier. Elke toren is een verticaal park, met uitpuilend groen en hangende tuinen. De stad van morgen moet werken als een spons. De planten filteren het regenwater, zodat het als sanitair water kan worden hergebruikt. Op de balkons kun je fruit en groenten telen. We halen de natuur terug in de stad. Elke stadsbewoner wordt een beetje tuinier. En de gemeenschappelijke moestuinen op het dak zwengelen het sociaal contact aan.”
Ecologisch bouwen in de hoogte
De toekomst van stadsplanning kleurt dus letterlijk groen. En net zoals architect Leo Van Broeck, pleit ook Callebaut voor
hoogbouw als oplossing voor een
leefbare stad. Want: “Hoe compacter een stad, hoe zuiniger het energieverbruik. Het probleem is nu dat alle Europese metropolen na de Tweede Wereldoorlog in de breedte zijn uitgebreid. Ze wilden niet raken aan hun historische kern, beschermden hun centrum soms overdreven hard”, geeft hij nog mee.
[gallery columns="4" ids="93067,93071,93070,93069,93068"]