Voegen nemen 15 tot zelfs 25 procent van de totale muuroppervlakte in beslag. Ze bepalen in grote mate het
uitzicht van je woning, maar zijn ook belangrijk voor de weerstand en de
stabiliteit. Een
gevel voegen is een klus die je bovendien perfect zelf kan doen!
Verschillende functies van voegen
De functie van een voeg mogen we niet onderschatten: ze stoot water af en
voorkomt zo
waterschade. Voegen zijn ook van groot belang voor de
duurzaamheid van je gevel. En natuurlijk zijn ze verantwoordelijk voor de look van je huis. Let erop dat de kleur van het voegsel past bij je gevelsteen zodat het een mooi geheel vormt. Je kan voor
uniformiteit of contrast gaan: donker voegsel bij een donkere baksteen en lichte bij een lichte steen of omgekeerd.
Gevel voegen: voorbereiding
Een gevel voegen komt voor bij zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten. Om te beginnen moet je ervoor zorgen dat de
buitenmuur in goede staat is. Als er gevelstenen beschadigd zijn, moet je die vervangen. De
voeg moet
ongeveer 2 cm diep zijn en je kan ze open maken met een krabber, hamer, beitel en – als het nodig is – een slijpschijf. De voorgaande instructies gelden voor renovaties, bij nieuwbouw is dat niet nodig (als het metselwerk correct is uitgevoerd).
Plakkerig en korrelig mengsel
De
voegmortel maak je met behulp van een truweel. Je mengt
water, cement, kalk en droog zand volgens de instructies van de fabrikant. Je verkrijg een mengsel dat goed moet plakken maar ook een beetje korrelig aanvoelt. Je doet best een lakmoesproef: neem wat voegsel in je hand en knijp het samen tot een bal. Het
voegsel moet
aan elkaar blijven kleven zonder dat er water uitloopt. Breng het aan binnen een termijn van anderhalf uur.
Gevel voegen: voegsel aanbrengen
Een gevel voegen doe je met een
mortelbord. Hou het horizontaal tegen de muur en gebruik een
voegijzer om de uitgeholde voeg op te vullen. Zodra de voegen gevuld zijn, maak je de buitenmuur proper met een zachte borstel zodat de mortelresten niet op de gevelsteen achterblijven.