Zelf roofing plaatsen: hoe en wat

Roofing is een dakbedekking die je op heel wat woningen aantreft. Het is dan ook een duurzame en efficiënte oplossing die budgetvriendelijk is. Roofing plaatsen is bovendien een klus die je zelf kan doen!

Roofing plaatsen: voorbereiding

Vooraleer je roofing plaatst, moet je ervoor zorgen dat je een propere en egale ondergrond hebt. Het dak moet ook minstens 2 centimeter afhellen zodat regenwater wordt afgevoerd. Je kan roofing plaatsen op een bestaand dak. Indien nodig gebruik je een ontmossingsproduct of verwijder je al het vuil eerst met een hogedrukreiniger. Bij een nieuw dak wordt de roofing meestal op houten platen of beton aangebracht. Vergeet ook zeker de isolatielaag niet!

Onderlaag of hechtvernis aanbrengen

Om te beginnen moet je op een bestaande dakbedekking scheuren of blazen opsporen. Met een kwast of plamuurmes breng je dakreparatiepasta aan om ze te herstellen. Op een houten ondergrond moet je altijd een roofingonderlaag aanbrengen. Gebruik roestvrije daknagels om de laag te bevestigen. Op een betonnen ondergrond breng je hechtvernis aan vooraleer de roofing te plaatsen. Tot slot is het een goed idee om een rubbercoating op de volledige dakoppervlakte te plaatsen want die werkt beschermend en waterafstotend.

Roofing plaatsen: lijmen of branden

Er zijn  twee mogelijkheden om roofing te plaatsen: lijmen of branden. In het eerste geval breng je één laag lijm aan en kleef je de roofing er onmiddellijk op. Met een naadroller druk je de naden aan en plaats er enkele planken en bakstenen op voor een betere hechting. Roofing plaatsen kan ook met een zachte vlam. Daarvoor gebruik je een roofingbrander. De roofing zal smelten waardoor hij zich op de ondergrond vasthecht. Denk wel aan je veiligheid en voorzie de nodige bescherming!